hero

Terms and Conditions (Temporary Employment)

The Terms and Conditions below only apply to Temporary Employment. Click here to view Terms and Conditions of Recruitment and Selection

To prevent translation errors this document is only available in Dutch.

Artikel 1 Werkingssfeer

1. Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle (schriftelijke en/of mondelinge)
aanbiedingen, opdrachten en overige overeenkomsten door of met de Uitzendonderneming
gesloten, waarop de Uitzendonderneming deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard
en voor zover één en ander betrekking heeft op het ter beschikking stellen van
uitzendkrachten aan opdrachtgevers, alsmede de daaruit voortvloeiende leveringen en
diensten van welke aard dan ook tussen de Uitzendonderneming en een Opdrachtgever,
voorzover van deze voorwaarden niet door partijen nadrukkelijk schriftelijk is afgeweken.

2. Eventuele inkoop- of andere (leverings)voorwaarden van de Opdrachtgever zijn niet van
toepassing.

3. Van deze Algemene Voorwaarden afwijkende afspraken zijn slechts van toepassing indien
schriftelijk overeengekomen.

4. Indien enige bepaling uit deze Algemene Voorwaarden nietig is of wordt vernietigd, zullen de
overige bepalingen van de voorwaarden onverkort van kracht blijven en zullen partijen in
overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigbare
bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige
of vernietigde bepaling in acht zal worden genomen.

Artikel 2 Definities

In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
1. Uitzendonderneming: ProCompa V.O.F., de onderneming die in het kader van de uitoefening van zijn bedrijf en op basis van een overeenkomst van Opdracht bij haar in dienst zijnde uitzendkrachten ter beschikking stelt aan opdrachtgevers, teneinde die uitzendkrachten voor die opdrachtgevers
arbeid te laten verrichten onder toezicht en leiding van die opdrachtgevers. Hierbij geldt dat
tussen de opdrachtgevers en uitzendkrachten geen arbeidsovereenkomst bestaat of ontstaat.
Evenmin is sprake van een fictieve dienstbetrekking tussen de uitzendkrachten en de
opdrachtgevers zoals bedoeld in art. 2 tot en met 4 van de Wet op de loonbelasting 1964.

2. Uitzendkracht: iedere natuurlijke persoon, die een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel
7:690 BW is aangegaan met de Uitzendonderneming teneinde arbeid te verrichten voor een
derde onder leiding en toezicht van die derde (opdrachtgever).

3. Opdrachtgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van zijn beroep of bedrijf
en op basis van de in lid 4 bedoelde Opdracht(overeenkomst) Uitzendkrachten van de
Uitzendonderneming inleent, teneinde deze Uitzendkrachten arbeid voor hem te laten
verrichten, zulks onder zijn toezicht en leiding. Onder het begrip Opdrachtgever worden
tevens begrepen de aan de Opdrachtgever gelieerde ondernemingen die door/via de
Opdrachtgever in contact komen met (aspirant )Uitzendkrachten die aan de Opdrachtgever
zijn voorgesteld door de Uitzendonderneming. Onder het begrip ‘gelieerde ondernemingen’
in de vorige volzin wordt verstaan:
a. rechtspersonen en vennootschappen die met elkaar in een groep verbonden zijn als
bedoeld in artikel 2:24b BW;
b. rechtspersonen die dochtermaatschappij van de Opdrachtgever zijn als bedoeld in artikel
2:24a BW, alsmede vice versa.

4. Opdracht(overeenkomst): de overeenkomst van Opdracht tussen de Opdrachtgever en de
Uitzendonderneming zoals bedoeld in artikel 7:400 e.v. BW op grond waarvan (en in zoverre
telkens) een enkele of meerdere Uitzendkracht(en) door de Uitzendonderneming aan de
Opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld – daaronder mede begrepen de overeenkomst
die wordt voortgezet door Terbeschikkingstelling van een vervangende Uitzendkracht – om
onder diens toezicht en leiding arbeid te verrichten, zulks tegen betaling van het
Opdrachtgeverstarief door de Opdrachtgever aan de Uitzendonderneming. Er is reeds sprake
van een Opdracht indien Opdrachtgever aan de Uitzendonderneming verzoekt over te gaan
tot werving en/of selectie van (een) Uitzendkracht(en).

5. Terbeschikkingstelling: de situatie waarin de Uitzendkracht door de Uitzendonderneming ter
uitvoering van een Opdracht feitelijk is uitgeleend aan de Opdrachtgever om voor de
Opdrachtgever arbeid c.q. werkzaamheden te verrichten onder toezicht en leiding van die
Opdrachtgever, zulks onder instandhouding van de uitzendovereenkomst ex artikel 7:690 BW
niet zijnde een payrollovereenkomst tussen de Uitzendkracht en de Uitzendonderneming.

6. Uitzendbeding: de schriftelijke bepaling in de arbeidsovereenkomst tussen de
Uitzendonderneming en de Uitzendkracht en/of in de CAO, inhoudend dat de
arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt doordat de Terbeschikkingstelling van de
Uitzendkracht door de Uitzendonderneming aan de Opdrachtgever op verzoek van de
Opdrachtgever ten einde komt (artikel 7:691 lid 2 BW).

7. CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst voor Uitzendkrachten, gesloten tussen de
Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) enerzijds en FNV Bondgenoten, CNV
Dienstenbond en De Unie anderzijds.

8. Opdrachtgevertarief: Het door de Opdrachtgever aan de Uitzendonderneming verschuldigde
tarief, exclusief toeslagen, kostenvergoedingen en BTW. Het tarief wordt per uur gerekend,
tenzij anders vermeld.

9. Inlenersbeloning: de rechtens geldende beloning van een werknemer in dienst van de
Opdrachtgever, werkzaam in een functie die gelijk of gelijkwaardig is aan de functie die de
Uitzendkracht uitoefent. De aard en omvang van de inlenersbeloning bestaat uit de
elementen zoals opgenomen in de geldende CAO voor Uitzendkrachten.

10. Vakkrachtenregeling: De specifieke bepaling(en) in de bij de Opdrachtgever geldende CAO,
die betrekking hebben op de beloning (als bedoeld in lid 9) van vakkrachten en die schriftelijk
zijn aangemeld bij en goedgekeurd door partijen bij de (ABU) CAO voor Uitzendkrachten en
dientengevolge toegepast moet(en) worden met ingang van de eerste dag van de
verblijfsduur van de Uitzendkracht bij de betreffende Opdrachtgever.

Artikel 3 De Opdracht en de terbeschikkingstelling Opdracht

1. De Uitzendonderneming werft en selecteert de Uitzendkracht om die vervolgens aan een of
meerdere opdrachtgevers, waaronder Opdrachtgever, ter beschikking te stellen, om
vervolgens onder toezicht en leiding van de opdrachtgever aan wie de Uitzendkracht ter
beschikking is gesteld werkzaamheden te verrichten. Opdrachtgever en Uitzendonderneming
spreken af dat de Uitzendonderneming de volgende zelfstandige rechten heeft, zonder
bemoeienis van Opdrachtgever:
• voorafgaand aan de indiensttreding de Uitzendkracht te screenen en te toetsen of de
Uitzendkracht voldoet aan de gestelde eisen;
• de Uitzendkracht (eventueel in samenspraak met de leidinggevende van de Uitzendkracht bij
Opdrachtgever) te beoordelen op diens functioneren;
• de Uitzendkracht een schriftelijke dan wel mondelinge waarschuwing te geven dan wel andere
disciplinaire maatregelen op te leggen;
• haar personeelsbeleid zelfstandig te voeren, waarbij tevens geldt dat ziekmeldingen van de
Uitzendkracht en verlofaanvragen bij de Uitzendonderneming dienen te worden ingediend
door de Uitzendkracht en de Uitzendonderneming daarvoor in overleg met Opdrachtgever
toestemming dient te verlenen;
• de begeleiding van de Uitzendkracht tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid te verzorgen
alsmede de re-integratie;
• de Uitzendkracht op te leiden en bij te scholen in het kader van de duurzame inzetbaarheid
van de Uitzendkracht. Echter ook in het kader van de scholingsverplichting als formeel
werkgever, en om de kans te vergroten de Uitzendkracht eventueel door te plaatsen bij
andere opdrachtgevers.

2. Alle aanbiedingen, offertes, prijs- c.q. tarieflijsten, levertijden, e.d. van de
Uitzendonderneming zijn geheel vrijblijvend, tenzij ze een termijn voor aanvaarding bevatten.
De Uitzendonderneming heeft het recht om binnen twee werkdagen na ontvangst van de
aanvaarding deze te herroepen.

3. De Uitzendonderneming heeft het recht de kosten die verbonden zijn aan de aanbesteding
c.q. offerte bij de Opdrachtgever in rekening te brengen, mits de Uitzendonderneming de
Opdrachtgever vooraf schriftelijk op deze kosten heeft gewezen.

4. De Opdracht wordt aangegaan voor bepaalde of onbepaalde tijd.

5. De Opdracht voor bepaalde tijd is de Opdracht die wordt aangegaan:
a. óf voor een vaste periode;
b. óf voor een bepaalbare periode;
c. óf voor een bepaalbare periode die een vaste periode niet overschrijdt.

6. De Opdracht voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege door het verstrijken van de
overeengekomen tijd of doordat een vooraf vastgestelde objectief bepaalbare gebeurtenis
zich voordoet.

Einde opdracht
7. Opzegging van een Opdracht voor onbepaalde tijd dient schriftelijk te geschieden met
inachtneming van een opzegtermijn van 3 kalendermaanden.

8. Tussentijdse opzegging van de Opdracht voor bepaalde tijd is niet mogelijk, tenzij schriftelijk
anders is overeengekomen. Indien tussentijdse opzegging is overeengekomen, is opzegging
mogelijk met een opzegtermijn van 1 kalendermaand. De opzegging dient schriftelijk te
geschieden.

9. Indien sprake is van een Uitzendbeding in de Uitzendovereenkomst tussen de
Uitzendonderneming en de Uitzendkracht, bedraagt de opzegtermijn als bedoeld in lid 7.

10. Elke Opdracht eindigt onverwijld wegens (buitengerechtelijke) ontbinding op het tijdstip dat
één van beide partijen de ontbinding van de Opdracht inroept omdat:
• één van de partijen in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit de
Opdracht(overeenkomst) te voldoen,
• één van de partijen in staat van faillissement is verklaard dan wel een
verzoek daartoe is ingediend,
• aan één van de partijen surséance van betaling is verleend dan wel
anderszins de onderneming staakt. Indien de Uitzendonderneming van
dit recht gebruik maakt, dan laat dit onverlet het recht van de
Uitzendonderneming volledige schadevergoeding te vorderen van de
• Opdrachtgever, inclusief alle daadwerkelijk gemaakte kosten voor
rechtsbijstand;
• de andere partij geliquideerd is.

11. Indien de Uitzendonderneming de ontbinding op één van deze gronden inroept, ligt in de
gedraging van de Opdrachtgever, waarop de ontbinding is gebaseerd, het verzoek van de
Opdrachtgever besloten om de Terbeschikkingstelling te beëindigen. Dit leidt niet tot enige
aansprakelijkheid van de Uitzendonderneming voor de schade die de Opdrachtgever
dientengevolge leidt. Ten gevolge van de ontbinding zullen de vorderingen van de
Uitzendonderneming onmiddellijk opeisbaar zijn.
Einde terbeschikkingstelling

12. Het einde van de Opdracht betekent het einde van de Terbeschikkingstelling. Beëindiging van
de Opdracht door de Opdrachtgever houdt in het verzoek van de Opdrachtgever aan de
Uitzendonderneming om de lopende terbeschikkingstelling(en) te beëindigen tegen de datum
waarop de Opdracht rechtsgeldig is geëindigd, respectievelijk waartegen de Opdracht
rechtsgeldig is ontbonden.

13. Indien tussen de Uitzendkracht en de Uitzendonderneming het Uitzendbeding geldt, eindigt
de Terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht op verzoek van de Opdrachtgever op het
moment dat de Uitzendkracht meldt dat hij niet in staat is de arbeid te verrichten wegens
arbeidsongeschiktheid. Voor zover nodig wordt de Opdrachtgever geacht dit verzoek te
hebben gedaan. De Opdrachtgever zal dit verzoek desgevraagd schriftelijk aan de
Uitzendonderneming bevestigen.

14. De Terbeschikkingstelling eindigt van rechtswege indien en zodra de Uitzendonderneming de
Uitzendkracht niet meer ter beschikking kan stellen, doordat de arbeidsovereenkomst tussen
de Uitzendonderneming en de Uitzendkracht is geëindigd en deze arbeidsovereenkomst niet
aansluitend wordt voortgezet ten behoeve van dezelfde Opdrachtgever. De
Uitzendonderneming schiet in dit geval niet toerekenbaar tekort jegens de Opdrachtgever en
is evenmin aansprakelijk voor eventuele schade die de Opdrachtgever hierdoor lijdt.

15. Indien de Terbeschikkingstelling van een Uitzendkracht eindigt, terwijl de Opdracht nog niet
is geëindigd, zal de Uitzendonderneming zich inspannen om zo spoedig mogelijk in vervanging
van de Uitzendkracht te voorzien. Indien en voor zover de Uitzendkracht wordt vervangen
door een andere Uitzendkracht wordt het uurloon van de Uitzendkracht en daarmee het
Opdrachtgeverstarief opnieuw bepaald.

Artikel 4 Vervanging en beschikbaarheid

1. De Uitzendonderneming is te allen tijde gerechtigd aan de Opdrachtgever een voorstel te
doen tot vervanging van een ter beschikking gestelde Uitzendkracht door een andere
Uitzendkracht onder voortzetting van de opdracht, zulks met het oog op het bedrijfsbeleid of
personeelsbeleid van de uitzendonderneming, behoud van werkgelegenheid of naleving van
geldende wet- en regelgeving, in het bijzonder de ontslagrichtlijn voor de uitzendbranche. De
Opdrachtgever zal een dergelijk voorstel slechts op redelijke gronden afwijzen. De
Opdrachtgever zal een eventuele afwijzing desgevraagd schriftelijk motiveren.

2. De Uitzendonderneming schiet niet toerekenbaar tekort jegens de Opdrachtgever en is niet
gehouden tot vergoeding van enige schade of kosten aan de Opdrachtgever, indien de
Uitzendonderneming om welke reden dan ook een (vervangende) Uitzendkracht niet (meer),
althans niet (meer) op de wijze en in de omvang als bij de Opdracht of nadien
overeengekomen aan de Opdrachtgever ter beschikking kan stellen.

3. Het staat de Uitzendonderneming vrij om de Uitzendkracht zonder toestemming van de
Opdrachtgever aan een of meerdere andere opdrachtgevers ter beschikking te stellen om
onder toezicht en leiding van die andere opdrachtgever(s) werkzaamheden te verrichten.

Artikel 5 Het aangaan van een arbeidsverhouding met een uitzendkracht

1. Voor het bepaalde in dit artikel wordt onder het aangaan van een arbeidsverhouding met een
Uitzendkracht verstaan:
▪ het aangaan van een arbeidsovereenkomst, een overeenkomst tot aanneming van werk
en/of een overeenkomst van Opdracht door de Opdrachtgever met de Uitzendkracht;
▪ het laten ter beschikking stellen van de betreffende Uitzendkracht aan de Opdrachtgever
door een derde (bijvoorbeeld een andere uitzendonderneming);
▪ het aangaan van een arbeidsverhouding door de Uitzendkracht met een derde, waarbij de
Opdrachtgever en die derde in een groep zijn verbonden (als bedoeld in artikel 2:24b BW)
dan wel de één een dochtermaatschappij is van de ander (als bedoeld in artikel 2:24a BW)

2. Voor het bepaalde in dit artikel wordt onder Uitzendkracht tevens verstaan:
▪ de aspirant-Uitzendkracht die bij de Uitzendonderneming is ingeschreven;
▪ de (aspirant-)Uitzendkracht die is voorgesteld aan de Opdrachtgever;
▪ de Uitzendkracht wiens Terbeschikkingstelling minder dan drie maanden voor het
aangaan van de arbeidsverhouding met de Opdrachtgever is beëindigd.

3. De Opdrachtgever is uitsluitend gerechtigd een arbeidsverhouding aan te gaan met een
Uitzendkracht indien en voor zover wordt voldaan aan het hieronder in dit artikel bepaalde.

4. De Opdrachtgever brengt de Uitzendonderneming schriftelijk op de hoogte van zijn
voornemen met de Uitzendkracht een arbeidsverhouding aan te gaan, alvorens aan dat
voornemen uitvoering te geven.

5. De Opdrachtgever zal geen arbeidsverhouding met de Uitzendkracht aangaan indien en voor
zover de Uitzendkracht de arbeidsovereenkomst met de Uitzendonderneming niet
rechtsgeldig kan doen eindigen of beëindigd heeft, en indien en voor zover de Opdrachtgever
de Opdracht met de Uitzendonderneming niet rechtsgeldig kan doen eindigen of beëindigd
heeft.

6. Indien de Opdrachtgever overeenkomstig het hiervoor in lid 3 t/m 5 bepaalde na aanvang van
de Terbeschikkingstelling, een arbeidsverhouding met de Uitzendkracht aangaat voor
dezelfde of een andere functie, is de Opdrachtgever aan de Uitzendonderneming de volgende
vergoeding verschuldigd:
▪ indien de arbeidsverhouding met de Uitzendkracht aanvangt vóórdat de
Terbeschikkingstelling 400 gewerkte uren heeft geduurd: een vergoeding ten bedrage van
20% van het laatstelijk geldende Opdrachtgevertarief voor de betrokken Uitzendkracht
over een periode van 1040 gewerkte uren;
▪ indien de arbeidsverhouding met de Uitzendkracht aanvangt nadat de
Terbeschikkingstelling 400 gewerkte uren heeft geduurd maar vóórdat de
Terbeschikkingstelling 760 gewerkte uren heeft geduurd: een vergoeding ten bedrage van
15% van het laatstelijk geldende Opdrachtgevertarief voor de betrokken Uitzendkracht
over een periode van 1040 gewerkte uren;
▪ indien de arbeidsverhouding met de Uitzendkracht aanvangt nadat de
Terbeschikkingstelling 760 gewerkte uren heeft geduurd, maar vóórdat de
Terbeschikkingstelling 1080 gewerkte uren heeft geduurd: een vergoeding ten bedrage
van 10% van het laatstelijk geldende Opdrachtgevertarief voor de betrokken
Uitzendkracht over een periode van 1040 gewerkte uren; Onder “gewerkte uren” wordt
in dit artikel verstaan: uren waarvoor de Uitzendkracht bij de Opdrachtgever werkzaam is
geweest in het kader van de opdracht.
De Opdrachtgever is de bij dit lid genoemde vergoeding ook verschuldigd indien de
Uitzendkracht binnen drie maanden nadat de Terbeschikkingstelling aan de Opdrachtgever is
geëindigd, rechtstreeks of via derden bij de Opdrachtgever solliciteert, of indien de
Opdrachtgever de Uitzendkracht binnen drie maanden nadat de Terbeschikkingstelling aan de
Opdrachtgever is geëindigd rechtstreeks of via derden benadert, en de Opdrachtgever naar
aanleiding daarvan met de betreffende Uitzendkracht een arbeidsverhouding aangaat.

7. Indien een Uitzendkracht door tussenkomst van de Uitzendonderneming aan een mogelijke
Opdrachtgever is voorgesteld en deze mogelijke Opdrachtgever met die Uitzendkracht een
arbeidsverhouding aangaat voor dezelfde of een andere functie voordat de
Terbeschikkingstelling tot stand komt, is deze mogelijke Opdrachtgever een vergoeding
verschuldigd van 20% van het Opdrachtgevertarief, dat voor de betrokken Uitzendkracht van
toepassing zou zijn geweest over een periode van 1040 gewerkte uren, indien de
Terbeschikkingstelling tot stand zou zijn gekomen. De Opdrachtgever is deze vergoeding altijd
verschuldigd indien de Opdrachtgever in eerste instantie door tussenkomst van de
Uitzendonderneming in contact is gekomen met de Uitzendkracht. Ook indien de
Uitzendkracht binnen drie maanden nadat het contact tot stand is gekomen rechtstreeks of
via derden bij de Opdrachtgever solliciteert of indien de Opdrachtgever de Uitzendkracht
binnen drie maanden nadat het contact tot stand is gebracht rechtstreeks of via derden
benadert, en naar aanleiding daarvan met de betreffende Uitzendkracht een
arbeidsverhouding aangaat, is de Opdrachtgever de vergoeding verschuldigd zoals genoemd
in de eerste volzin van dit lid.

8. Indiende Opdrachtgever een arbeidsverhouding aangaat met de Uitzendkracht tijdens een
Opdracht die tussentijds opzegbaar is, is de Opdrachtgever gerechtigd te besluiten de
krachtens Opdracht overeengekomen opzegtermijn niet in acht te nemen. In dat geval is de
Opdrachtgever echter gehouden de schade te vergoeden die de Uitzendonderneming
hierdoor lijdt. Deze schade wordt gefixeerd op 30% van het Opdrachtgevertarief over de niet
in acht genomen opzegtermijn voor de betreffende opdracht. Daarnaast dient de
Opdrachtgever de in lid 6 van dit artikel genoemde vergoeding te voldoen, voor zover van
toepassing.

9. Indien de Opdrachtgever met de Uitzendkracht een arbeidsverhouding aangaat tijdens een
Opdracht die niet tussentijds opzegbaar is, is de Opdrachtgever gehouden het
overeengekomen Opdrachtgevertarief voor de betreffende Uitzendkracht voor de resterende
duur van de Opdracht te voldoen. Daarnaast dient de Opdrachtgever de in lid 6 van dit artikel
genoemde vergoeding te voldoen, voor zover van toepassing.

10. Het Opdrachtgevertarief, zoals meermalen vermeld in dit artikel, wordt berekend over het per
periode (week, maand, en dergelijke) krachtens Opdracht en voorwaarden laatstelijk
geldende of gebruikelijke aantal uren of overuren, als ware de Opdracht tot stand gekomen
respectievelijk niet geëindigd, met een minimum van 20 uur per week. Indien de
Opdrachtgever en de Uitzendonderneming nog geen overeenstemming hadden bereikt over
het Opdrachtgeverstarief, dan is de Opdrachtgever aan de Uitzendonderneming een
vergoeding ineens verschuldigd, zonder nadere sommatie of ingebrekestelling, van €
15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro) exclusief BTW.

11. De Opdrachtgever dient te allen tijde een eventueel toepasselijk non-concurrentiebeding
(daaronder tevens begrepen het relatiebeding) in de arbeidsovereenkomst tussen de
Uitzendkracht en de Uitzendonderneming volledig te respecteren. Op verzoek zal de
Uitzendonderneming de Opdrachtgever informeren omtrent de inhoud van voornoemd non-concurrentiebeding en/of relatiebeding. Slechts nadat de vergoeding als genoemd in artikel 5
van deze Algemene Voorwaarden aan de Uitzendonderneming is voldaan, zal de
Uitzendonderneming ontheffing verlenen van het non-concurrentiebeding en/relatiebeding,
doch alleen jegens de Opdrachtgever. Dit alles voor zover artikel 9a WAADI daar niet aan in de
weg staat.

12. Het bepaalde in artikel 17 van deze Algemene Voorwaarden is eveneens van toepassing op de
in rekening gebrachte vergoedingen uit hoofde van dit artikel 5.

Artikel 6 Opschortingsrecht

1. De Opdrachtgever is niet gerechtigd de tewerkstelling van de Uitzendkracht tijdelijk geheel of
gedeeltelijk op te schorten, tenzij er sprake is van overmacht in de zin van artikel 6:75 BW.

2. Indien de Opdrachtgever niet gerechtigd is de tewerkstelling tijdelijk op te schorten, de
Opdrachtgever tijdelijk geen werk heeft voor de Uitzendkracht of de Uitzendkracht niet te
werk kan stellen, is de Opdrachtgever gehouden voor de duur van de Opdracht onverkort aan
de Uitzendonderneming het Opdrachtgevertarief te voldoen over het per periode (week,
maand, en dergelijke) krachtens Opdracht laatstelijk geldende of gebruikelijke aantal uren en
overuren.

Artikel 7 Werkprocedure

1. De Opdrachtgever verstrekt de Uitzendonderneming voor aanvang van de Opdracht een
accurate omschrijving van de functie, functie-eisen, werktijden, arbeidsduur,
werkzaamheden, arbeidsplaats, arbeidsomstandigheden en de beoogde looptijd van de
opdracht.

2. De Uitzendonderneming bepaalt aan de hand van de door de Opdrachtgever verstrekte
informatie en de haar bekende hoedanigheden, kennis en vaardigheden van de voor ter
beschikking in aanmerking komende Uitzendkrachten, welke Uitzendkrachten zij
aan de Opdrachtgever voorstelt ter uitvoering van de opdracht. De Opdrachtgever is
gerechtigd de voorgestelde Uitzendkracht af te wijzen, waardoor de Terbeschikkingstelling
van de voorgestelde Uitzendkracht geen doorgang vindt.

3. De Uitzendonderneming schiet niet tekort jegens de Opdrachtgever en is niet gehouden tot
vergoeding van enige schade indien de contacten tussen de Opdrachtgever en de
Uitzendonderneming voorafgaande aan een mogelijke opdracht, waaronder begrepen een
concrete aanvraag van de Opdrachtgever om een Uitzendkracht ter beschikking te stellen, om
welke reden dan ook niet of niet binnen de door de Opdrachtgever gewenste termijn, leiden
tot de daadwerkelijke Terbeschikkingstelling van een Uitzendkracht.

4. De Uitzendonderneming is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van het inzetten van
arbeidskrachten die niet blijken te voldoen aan de door de Opdrachtgever gestelde eisen,
tenzij de Opdrachtgever binnen een redelijke termijn na aanvang van de
Terbeschikkingstelling een schriftelijke klacht terzake bij de Uitzendonderneming indient en
daarbij bewijst dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de
Uitzendonderneming bij de selectie.

Artikel 8 Arbeidsduur en werktijden

1. De arbeidsomvang en de werktijden van de Uitzendkracht bij de Opdrachtgever worden
vastgelegd in de opdrachtbevestiging, dan wel anders overeengekomen. De werktijden, de
arbeidsduur en de rusttijden van de Uitzendkracht zijn gelijk aan de bij Opdrachtgever terzake
gebruikelijke tijden en uren, tenzij anders is overeengekomen. De Opdrachtgever staat er voor
in, dat de arbeidsduur en de rust- en werktijden van de Uitzendkracht voldoen aan de
wettelijke vereisten. De Opdrachtgever ziet er op toe dat de Uitzendkracht de rechtens
toegestane werktijden en de overeengekomen arbeidsomvang niet overschrijdt.

2. Vakantie en verlof van de Uitzendkracht worden geregeld conform de wet en de CAO.

3. De Opdrachtgever is zich ervan bewust dat hij wordt aangemerkt als werkgever in de zin van
de Arbeidstijdenwet. De Opdrachtgever staat er derhalve voor in dat de arbeidsduur en de
rust- en arbeidstijden voldoen aan de wettelijke vereisten. De Opdrachtgever ziet erop toe
dat de Uitzendkracht de rechtens toegestane arbeidstijden en de overeengekomen
arbeidsduur niet overschrijdt. De arbeids- en rusttijden van de Uitzendkracht zijn gelijk aan de
bij de Opdrachtgever gebruikelijke tijden en uren, tenzij anders overeengekomen.

4. Indien voor de Opdracht specifieke scholing en/of instructies vereist zijn, dan worden deze
uren als gewerkte uren in rekening gebracht aan de Opdrachtgever.

5. Als de Opdrachtgever zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel niet nakomt, is hij gehouden
alle directe en indirecte schade die de Uitzendonderneming als gevolg daarvan lijdt te
vergoeden en de Uitzendonderneming in voorkomend geval te vrijwaren.

Artikel 9 Bedrijfssluitingen en verplichte vrije dagen

1. De Opdrachtgever dient de Uitzendonderneming bij het aangaan van de Opdracht te
informeren omtrent eventuele bedrijfssluitingen en collectief verplichte vrije dagen
gedurende de looptijd van de opdracht, opdat de Uitzendonderneming deze omstandigheid,
indien mogelijk, deel kan laten uitmaken van de arbeidsovereenkomst met de Uitzendkracht.
Indien een voornemen tot vaststelling van een bedrijfssluiting en/of collectief verplichte vrije
dagen bekend wordt na het aangaan van de opdracht, dient de Opdrachtgever de
Uitzendonderneming onmiddellijk na het bekend worden hiervan te informeren.

2. Indien de Opdrachtgever nalaat om de Uitzendonderneming tijdig te informeren, is de
Opdrachtgever gehouden voor de duur van de bedrijfssluiting onverkort aan de
Uitzendonderneming het Opdrachtgevertarief te voldoen over het krachtens de Opdracht en
voorwaarden laatstelijk geldende of gebruikelijke aantal uren en overuren per periode.

Artikel 10 Functie en beloning

1. Voor aanvang van de Opdracht verstrekt de Opdrachtgever de omschrijving van de door de
Uitzendkracht uit te oefenen functie en de bijbehorende inschaling in de beloningsregeling
van de Opdrachtgever.

2. Op grond van CAO dient Uitzendonderneming met de Uitzendkracht overeen te komen dat
de inlenersbeloning wordt toegepast vanaf de aanvang van de werkzaamheden van de
Uitzendkracht bij de opdrachtgever (inlener). Op grond van de toepasselijke CAO geldt dat de
inlenersbeloning is samengesteld uit:
a. uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal;
b. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting per week / maand / jaar / periode;
c. toeslagen voor overwerk, voor werken in onregelmatigheid (waaronder feestdagen),
verschoven uren, ploegendienst. Vanaf 2 september 2019 vallen hieronder ook toeslagen
voor werken onder fysiek belastende omstandigheden samenhangend met de aard van
het werk (waaronder werken onder lage of hoge temperaturen, werken met gevaarlijke
stoffen, of vuil werk);
d. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij de inlener bepaald;
e. kostenvergoedingen (voor zover Uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en
premies kan uitbetalen;
f. reiskosten, pensioenkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege de uitoefening van
de functie;
g. periodieken, hoogte en tijdstip als bij de inlener bepaald.
Opdrachtgever verklaart dat de door haar verstrekte informatie van deze
opdrachtovereenkomst (inclusief de bijlagen) alsmede nader verstrekte informatie aan
Uitzendonderneming, waaronder doch niet uitsluitend ten aanzien van de toepasselijke
inlenersbeloning, zoals in dit artikel bedoeld, volledig en juist is.

3. Als bij de Opdrachtgever een regeling van toepassing is die voorziet in een vergoeding van
reisuren of reistijd verbonden aan het werk, dan dient Opdrachtgever de
Uitzendonderneming hierover te informeren en is Uitzendonderneming vanaf 30 december
2019 verplicht om deze regeling voor vergoeding van reisuren of reistijd ook toe te passen op
de flexwerker. Wanneer de reisuren of reistijd van de Uitzendkracht reeds als gewerkte uren
worden aangemerkt, dan is de regeling bij de Opdrachtgever voor reisuren of reistijd niet van
toepassing. Zowel de Inlenersbeloning alsmede de vergoeding van reisuren en reistijd, indien
en voor zover aanwezig bij Opdrachtgever, worden doorbelast aan de Opdrachtgever in het
Opdrachtgeverstarief.

4. De Opdrachtgever stelt de Uitzendonderneming tijdig en ieder geval direct bij het bekend
worden, op de hoogte van wijzigingen in de inlenersbeloning en van vastgestelde initiële
loonsverhogingen. Indien de Opdrachtgever de voornoemde verplichting niet naleeft, komt
dit geheel voor rekening en risico van Opdrachtgever en is Opdrachtgever jegens de
Uitzendonderneming schadeplichtig.

5. De beloning van de Uitzendkracht, daaronder mede begrepen eventuele toeslagen en
kostenvergoedingen, wordt vastgesteld conform de CAO (daaronder mede begrepen de
bepalingen omtrent de inlenersbeloning) en de van toepassing zijnde wet- en regelgeving,
zulks aan de hand van de door de Opdrachtgever verstrekte functieomschrijving.

6. Het door de Opdrachtgever aan de Uitzendonderneming verschuldigde Opdrachtgeverstarief
wordt berekend over de uren waarop de Uitzendonderneming op grond van de Opdracht
aanspraak heeft en wordt altijd ten minste berekend over de door de Uitzendkracht werkelijk
gewerkte uren.

7. Indien op enig moment blijkt dat de functieomschrijving niet overeenstemt met de werkelijk
door de Uitzendkracht uitgeoefende functie, zal de Opdrachtgever onverwijld aan de
Uitzendonderneming de juiste functieomschrijving verschaffen. Indien vervolgens naar het
oordeel van de Uitzendonderneming de Uitzendkracht niet kwalificeert voor die andere
functie, dan is de Uitzendonderneming gerechtigd de Terbeschikkingstelling te beëindigen en
in vervanging te voorzien. Voorts zal de Uitzendonderneming de beloning van de
(vervangende) Uitzendkracht aan de hand van de nieuwe functieomschrijving (opnieuw)
vaststellen. Het Opdrachtgeverstarief wordt dienovereenkomstig aangepast. Het
gecorrigeerde Opdrachtgeverstarief is verschuldigd vanaf het moment dat de Uitzendkracht
aanspraak heeft op de aangepaste beloning.

8. Wijziging van functie en/of substantiële wijzigingen in het takenpakket van de Uitzendkracht
door de Opdrachtgever, kan slechts na uitdrukkelijke toestemming van de
Uitzendonderneming. Indien de Uitzendonderneming daartoe toestemming geeft, wordt in
voorkomend geval de beloning opnieuw vastgesteld aan de hand van de functieomschrijving
en de overige inlichtingen die de Opdrachtgever ter zake dient te verstrekken. Het
Opdrachtgeverstarief wordt dienovereenkomstig gewijzigd. De Opdrachtgever is dat tarief
vanaf de uitoefening van de nieuwe functie aan de Uitzendonderneming verschuldigd.

9. De functie en/of inschaling kan tijdens de Opdracht worden gewijzigd, indien de Uitzendkracht
op die aanpassing in redelijkheid aanspraak maakt met een beroep op wet- en regelgeving,
de CAO en/of de Inlenersbeloning. Indien als gevolg hiervan sprake is van een hogere
beloning, corrigeert de Uitzendonderneming het Opdrachtgeverstarief dienovereenkomstig.
Het gecorrigeerde Opdrachtgeverstarief is verschuldigd vanaf het moment dat de
Uitzendkracht aanspraak heeft op de aangepaste beloning.

10. De Uitzendonderneming past de Inlenersbeloning toe, indien zij daar op grond van de wet en
of de toepasselijke CAO toe gehouden is, dan wel indien dit met de Uitzendkracht en/of de
Opdrachtgever overeengekomen werd. De Opdrachtgever dient de Uitzendonderneming
tijdig te voorzien van volledige informatie over alle elementen van de Inlenersbeloning. In de
beloning en het Opdrachtgeverstarief worden alle bij de Opdrachtgever geldende elementen
(waaronder ook eventueel kosten woon-werkverkeer van de Uitzendkracht) van de
Inlenersbeloning meegenomen. Indien de Inlenersbeloning na de eerste dag van de
Terbeschikkingstelling wordt toegepast, wordt het Opdrachtgeverstarief dienovereenkomstig
gewijzigd.

11. De Uitzendonderneming is voorts gerechtigd het Opdrachtgeverstarief tijdens de looptijd van
de overeenkomst aan te passen, indien de kosten voor de Uitzendkracht stijgen als gevolg van
wijzigingen in de wet- en regelgeving (waaronder fiscale en sociale wet- en regelgeving),
wijzigingen van de CAO of de daarbij vastgestelde lonen, wijziging van de bij de Opdrachtgever
geldende CAO of arbeidsvoorwaardenregeling of de daarin vastgestelde lonen, (periodieke)
loonsverhogingen, (eenmalig) verplichte uitkeringen e.d.

12. Overwerk, werk in ploegendiensten, op bijzondere tijden of (feest)dagen en/of verschoven
uren worden beloond conform de toepasselijke CAO of, indien van toepassing, de
Inlenersbeloning. Dit wordt aan de Opdrachtgever doorberekend.

Artikel 11 Goede uitoefening van leiding en toezicht

1. De Opdrachtgever zal zich ten aanzien van de Uitzendkracht bij de uitoefening van het toezicht
of de leiding alsmede met betrekking tot de uitvoering van het werk gedragen op dezelfde
zorgvuldige wijze als waartoe hij ten opzichte van zijn eigen medewerkers gehouden is.

2. Het is de Opdrachtgever niet toegestaan de Uitzendkracht op zijn beurt aan een derde ‘door
te lenen’; dat wil zeggen aan een derde ter beschikking te stellen voor het onder toezicht of
leiding van deze derde verrichten van werkzaamheden. Onder doorlening wordt mede
verstaan het door de Opdrachtgever ter beschikking stellen aan een (rechts)persoon waarmee
de Opdrachtgever in een groep (concern) is verbonden.

3. De Opdrachtgever kan de Uitzendkracht slechts te werk stellen in afwijking van het bij
Opdracht en voorwaarden bepaalde, indien de Uitzendonderneming en de Uitzendkracht
daarmee vooraf schriftelijk hebben ingestemd.

4. Tewerkstelling van de Uitzendkracht in het buitenland door een in Nederland gevestigde
Opdrachtgever is slechts mogelijk onder strikte leiding en toezicht van de Opdrachtgever en
voor bepaalde tijd, indien dit schriftelijk is overeengekomen met de Uitzendonderneming en
de Uitzendkracht daarmee schriftelijk heeft ingestemd.

5. De Opdrachtgever zal aan de Uitzendkracht de schade vergoeden die deze lijdt doordat een
aan hem toebehorende zaak, die in het kader van de opgedragen werkzaamheden is gebruikt,
is beschadigd of teniet gegaan.

6. De Uitzendonderneming is tegenover de Opdrachtgever niet aansprakelijkheid voor schaden
en verliezen aan de Opdrachtgever, derden dan wel aan de Uitzendkracht zelf die voortvloeien
uit doen of nalaten van de Uitzendkracht.

7. De Uitzendonderneming is tegenover de Opdrachtgever niet aansprakelijk voor
verbintenissen die Uitzendkrachten zijn aangegaan met of die voor hen zijn ontstaan jegens
Opdrachtgever of derden, al dan niet met toestemming van de Opdrachtgever of die derden.

8. De Opdrachtgever vrijwaart de Uitzendonderneming voor elke aansprakelijkheid (inclusief
kosten met inbegrip van de daadwerkelijke kosten van rechtsbijstand) van de
Uitzendonderneming als werkgever van de Uitzendkracht – direct of indirect – terzake van de
in leden 5, 6 en 7 van dit artikel bedoelde schaden, verliezen en verbintenissen.

9. De Opdrachtgever zal zich, voorzover mogelijk, afdoende verzekeren tegen aansprakelijkheid
op grond van het bepaalde in dit artikel. Op verzoek van de Uitzendonderneming verstrekt de
Opdrachtgever een bewijs van verzekering.

Artikel 12 Arbeidsomstandigheden

1. De Opdrachtgever is jegens de Uitzendkracht en de Uitzendonderneming verantwoordelijk
voor de nakoming van de uit artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek, de Arbeidsomstandighedenwet
en de daarmee samenhangende regelgeving voortvloeiende verplichtingen op het gebied van
de veiligheid op de werkplek en goede arbeidsomstandigheden in het algemeen. De
Opdrachtgever is zich ervan bewust dat hij voor de Arbeidsomstandighedenwet kwalificeert
als werkgever van de Uitzendkracht. Tevens verklaart de Opdrachtgever bekend te zijn met
de zorgverplichting voor (ingeleend) personeel ex artikel 7:658 BW. Op grond van het eerste
lid van dit wetsartikel is de Opdrachtgever verplicht de lokalen, werktuigen en
gereedschappen goed in te richten en te onderhouden. Ook dient hij voor het verrichten van
de arbeid maatregelen te treffen en aanwijzingen te geven. De Opdrachtgever dient een en
ander te doen in zoverre als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat (ingeleend) personeel
schade lijdt.

2. De Opdrachtgever is gehouden om aan de Uitzendkracht en aan de Uitzendonderneming
tijdig, in ieder geval één werkdag voor aanvang van de werkzaamheden schriftelijk informatie
te verstrekken over de verlangde beroepskwalificaties en de specifieke kenmerken van de in
te nemen arbeidsplaats.

3. De Opdrachtgever geeft de Uitzendkracht actieve voorlichting met betrekking tot de binnen
zijn onderneming gehanteerde Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE).

4. Indien de Uitzendkracht een bedrijfsongeval of een beroepsziekte overkomt, zal de
Opdrachtgever, indien wettelijk vereist, de bevoegde instanties hiervan onverwijld op de
hoogte stellen en ervoor zorg dragen dat daarvan onverwijld een schriftelijke rapportage
wordt opgemaakt. In de rapportage wordt de toedracht van het ongeval zodanig vastgelegd,
dat daaruit met redelijke mate van zekerheid kan worden opgemaakt of en in hoeverre het
ongeval het gevolg is van het feit dat onvoldoende maatregelen waren genomen ter
voorkoming van het ongeval dan wel beroepsziekte. De Opdrachtgever informeert de
Uitzendonderneming zo spoedig mogelijk over het bedrijfsongeval of de beroepsziekte en
overlegt een kopie van de opgestelde rapportage.

5. De Opdrachtgever zal aan de Uitzendkracht vergoeden – en de Uitzendonderneming vrijwaren
tegen – alle schade (inclusief kosten met inbegrip van de daadwerkelijke kosten van
rechtsbijstand) die de Uitzendkracht in het kader van de uitoefening van zijn werkzaamheden
lijdt, indien en voor zover de Opdrachtgever en/of de Uitzendonderneming daarvoor
aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 en/of artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek.

6. Indien het bedrijfsongeval tot de dood leidt, is de Opdrachtgever gehouden schade (inclusief
kosten met inbegrip van de daadwerkelijke kosten van rechtsbijstand) te vergoeden conform
artikel 6:108 Burgerlijk Wetboek aan de in dat artikel genoemde personen.

7. De Opdrachtgever zal zich afdoende verzekeren tegen aansprakelijkheid op grond van het
bepaalde in dit artikel. Op verzoek van de Uitzendonderneming verstrekt de Opdrachtgever
een bewijs van verzekering.

Artikel 13 Aansprakelijkheid Opdrachtgever

1. De Opdrachtgever die de verplichtingen die voor hem voortvloeien uit deze Algemene
Voorwaarden niet nakomt, is gehouden tot vergoeding van alle daaruit voortvloeiende schade
van de Uitzendonderneming, inclusief alle kosten waaronder die van rechtsbijstand, zonder
dat voorafgaande ingebrekestelling nodig is, en hij dient de Uitzendonderneming zo nodig ter
zake te vrijwaren. Dit laat onverlet dat de Uitzendonderneming eventuele andere vorderingen
kan instellen, zoals een eis tot nakoming of het inroepen van ontbinding. Het bepaalde in dit
lid is van algemene gelding, zowel – zo nodig aanvullend – ten aanzien van onderwerpen
waarbij de schadevergoedingsplicht reeds afzonderlijk in deze Algemene Voorwaarden is
geregeld als ten aanzien van onderwerpen waarbij dat niet het geval is.

2. Behoudens bepalingen van dwingend recht of opzet en/of bewuste roekeloosheid door de
Uitzendonderneming of diens bedrijfsleiding, is de Uitzendonderneming nimmer gehouden
tot enige vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect, voortvloeiende
uit:
▪ het ter beschikking stellen van (een) Uitzendkracht(en);
▪ het eenzijdig opzeggen door, en een doen of nalaten van een Uitzendkracht, de
Opdrachtgever zelf of een derde, waaronder begrepen het aangaan van verbintenissen
door de Uitzendkracht;
▪ het eenzijdig beëindigen c.q. ontbinden van de opdracht door Opdrachtnemer of
Opdrachtgever.

3. Elk eventueel recht op schadevergoeding vervalt indien de Opdrachtgever niet tijdig een
schriftelijke klacht heeft ingediend, waarbij de bewijslast ter zake bij de Opdrachtgever ligt.

4. Onverminderd het in lid 2 van dit artikel bepaalde, is de aansprakelijkheid van de
Uitzendonderneming voor directe schade te allen tijde beperkt tot 25% van het door de
Uitzendonderneming gefactureerde bedrag over de zes maanden voorafgaand aan de
schadeveroorzakende gebeurtenis en voor zover dat gedekt wordt door de verzekering van
de Uitzendonderneming.

5. Aansprakelijkheid van de Uitzendonderneming voor indirecte schade, daaronder begrepen
gevolgschade, gederfde winst, gemiste besparingen en schade door bedrijfsstagnatie, is in alle
gevallen uitgesloten.

6. De Opdrachtgever vrijwaart de Uitzendonderneming voor alle vorderingen van
Uitzendkrachten en/of derden welke mogen voortvloeien uit het ter beschikking stellen van
Uitzendkrachten, daaronder begrepen alle daadwerkelijk gemaakte kosten voor juridische
bijstand.

7. De Opdrachtgever is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende
aansprakelijkheidsverzekering ter dekking van alle aansprakelijkheden en vrijwaringen zoals
genoemd in deze algemene voorwaarden. Op verzoek van de Opdrachtnemer verstrekt
Opdrachtgever een schriftelijk bewijs van de verzekering.

8. De Uitzendonderneming heeft te allen tijde het recht, voor zover mogelijk, eventuele schade
van de Opdrachtgever ongedaan te maken. Hiertoe wordt tevens gerekend het recht van de
Uitzendonderneming maatregelen te treffen die eventuele schade kan voorkomen dan wel
beperken.

9. De Uitzendonderneming zal ingevolge de inlenersaansprakelijkheid, desgewenst een G-rekening ter beschikking stellen.

10. Indien de Uitzendonderneming wordt geconfronteerd met fiscale en/of
sociaalzekerheidsrechtelijke naheffingen en/of boetes die het gevolg zijn van handelen en/of
nalaten door de Opdrachtgever, zoals het niet of niet tijdig geven van informatie, dan komen
in afwijking van lid 8 deze naheffingen en/of boetes volledig voor rekening van de
Opdrachtgever.

11. Opdrachtgever verklaart door ondertekening van deze opdrachtovereenkomst
Uitzendonderneming altijd tijdig schriftelijk te informeren, indien wijzigingen optreden in de
componenten zoals genoemd onder de inlenersbeloning. Indien Opdrachtgever
Uitzendonderneming niet, niet tijdig, niet volledig dan wel incorrect informeert over de
inlenersbeloning dan wel de functie van de flexwerker, vrijwaart Opdrachtgever
Uitzendonderneming tegen en is Opdrachtgever volledig aansprakelijk voor elke aanspraak,
vordering van of eis van dan wel door derden (waaronder doch niet uitsluitend de
Belastingdienst en/of het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en/of de
Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW), Sociale Inlichtingen- en
Opsporingsdienst (SIOD), Stichting Pensioenfondsen voor Personeelsdiensten (StiPP),
Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU), individuele uitzendkrachten en
Vakbonden en andere derden).

Artikel 14 Opdrachtgevertarief

1. Het door de Opdrachtgever aan de Uitzendonderneming verschuldigde Opdrachtgevertarief
wordt berekend over de uren waarop de Uitzendonderneming op grond van de Opdracht
en/of voorwaarden aanspraak heeft en wordt altijd tenminste berekend over de door de
Uitzendkracht werkelijk gewerkte uren. Het opdrachtgevertarief wordt vermenigvuldigd met
de toeslagen en vermeerderd met de kostenvergoedingen die de Uitzendonderneming
verschuldigd is aan de Uitzendkracht. Over het Opdrachtgevertarief, de toeslagen en
kostenvergoedingen wordt BTW in rekening gebracht.

2. De Uitzendonderneming is in ieder geval gerechtigd om het Opdrachtgevertarief tijdens de
looptijd van de Opdracht aan te passen, indien de kosten van de uitzendarbeid stijgen:
▪ als gevolg van wijziging van de CAO of van de daarbij geregelde lonen of wijziging van de
bij de Opdrachtgever geldende CAO en/of arbeidsvoorwaardenregeling of de daarbij
geregelde lonen;
▪ als gevolg van wijzigingen in of ten gevolge van wet en- regelgeving, waaronder begrepen
wijzigingen in of ten gevolge van de sociale en fiscale wet- en regelgeving, de CAO voor
Uitzendkrachten of enig verbindend voorschrift;
▪ als gevolg van een (periodieke) loonsverhoging en/of een (eenmalige) verplichte
uitkering, voortvloeiende uit de CAO, de bij de Opdrachtgever geldende CAO en/of
arbeidsvoorwaardenregeling en/of wet en regelgeving.

3. Indien de Opdrachtgever niet instemt met betaling van het aangepaste Opdrachtgevertarief,
dan ligt daarin besloten het verzoek van de Opdrachtgever om de Terbeschikkingstelling te
beëindigen.

4. Iedere aanpassing van het Opdrachtgevertarief wordt door de Uitzendonderneming zo
spoedig mogelijk aan de Opdrachtgever bekend gemaakt en schriftelijk aan de Opdrachtgever
bevestigd. Indien door enige oorzaak die toerekenbaar is aan de Opdrachtgever de beloning
en/of het Opdrachtgevertarief te laag is/zijn vastgesteld, is de Uitzendonderneming
gerechtigd ook achteraf met terugwerkende kracht de beloning en het Opdrachtgevertarief
op het juiste niveau te brengen. De Uitzendonderneming kan tevens hetgeen de
Opdrachtgever daardoor te weinig heeft betaald en kosten die als gevolg hiervan door de
Uitzendonderneming zijn gemaakt, aan de Opdrachtgever in rekening brengen.

Artikel 15 Bijzondere minimale betalingsverplichtingen

1. Indien:
▪ de Uitzendkracht zich meldt op de afgesproken tijd en plaats voor het verrichten van de
uitzendarbeid, maar door de Opdrachtgever niet in staat wordt gesteld de uitzendarbeid
aan te vangen, of:
▪ ingevolge de Opdracht de omvang van de uitzendarbeid minder dan vijftien uren per week
beloopt en de tijdstippen waarop de uitzendarbeid moet worden verricht niet zijn
vastgesteld dan wel indien de omvang van de uitzendarbeid niet of niet eenduidig is
vastgelegd,
is de Opdrachtgever ten minste gehouden aan de Uitzendonderneming per oproep te betalen
het opdrachtgevertarief berekend over drie gewerkte uren, onverminderd de overige
verplichtingen van de Opdrachtgever jegens de Uitzendonderneming.

Artikel 16 Facturatie

1. Alle door de Uitzendonderneming vermelde tarieven zijn exclusief BTW en andere heffingen
die van overheidswege worden opgelegd.

2. Voor de inzet van een Uitzendkracht is de Opdrachtgever de Uitzendonderneming voor ieder
aangevangen uur een in de overeenkomst vastgesteld uurtarief verschuldigd. De tarieven zijn
exclusief reis- en verblijfskosten, tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen.

3. De Uitzendonderneming heeft het recht de tarieven eenmaal per kalenderjaar te wijzigen.

4. Facturatie aan de Opdrachtgever vindt wekelijks achteraf plaats, tenzij anders
overeengekomen.

5. De facturen zijn gebaseerd op ten minste het aantal door de Uitzendkracht gewerkte uren,
vermenigvuldigd met het Opdrachtgeverstarief en in voorkomend geval verhoogd met
toeslagen en kostenvergoedingen en vermeerderd met BTW.

6. Ten bewijze van de gewerkte uren wordt gebruik gemaakt van door de Opdrachtgever voor
akkoord getekende werkbriefjes. De Opdrachtgever en Uitzendonderneming kunnen
overeenkomen dat de tijdverantwoording geschiedt middels een tijdregistratiesysteem, een
elektronisch en/ of automatiseringssysteem of middels door of voor de Opdrachtgever
opgestelde overzichten. De Opdrachtgever ziet erop toe dat de daarin opgenomen gegevens
van de Uitzendkracht zoals naam, het aantal gewerkte uren, overuren, onregelmatige uren,
ploegenuren en overige uren, de eventuele toeslagen en werkelijk gemaakte onkosten
volledig en correct worden vermeld. De Opdrachtgever stelt de Uitzendkracht in de
gelegenheid de tijdsverantwoording te controleren. Indien de uitzendkracht de
tijdsverantwoording betwist, is de Uitzendonderneming gerechtigd de uren en kosten vast te
stellen conform de opgave van de Uitzendkracht, tenzij de Opdrachtgever kan aantonen dat
de door hem vermelde gegevens correct zijn. Niet gewerkte uren als gevolg van
omstandigheden aan de zijde van de Opdrachtgever gelegen, worden in rekening gebracht,
tenzij het gevallen van verplichte bedrijfssluiting of ernstige calamiteiten betreft.

7. Indien de Opdrachtgever de werkbriefjes niet voor akkoord kan of wenst te tekenen, is de
Uitzendonderneming gerechtigd het aantal gewerkte uren vast te stellen op basis van de aan
haar bekende feiten en omstandigheden.

8. Betaling van de facturen dient binnen 14 dagen na dagtekening van de betreffende factuur –
zonder enige verrekening, korting of inhouding – plaats te vinden. Alleen rechtstreekse
betaling aan de Uitzendonderneming respectievelijk de G-rekening werkt bevrijdend.

9. De betalingstermijn zoals bedoeld in lid 8 van dit artikel is een fatale termijn. De
Opdrachtgever is in geval van niet-tijdige betaling van rechtswege, zonder vereiste van nadere
aanzegging of ingebrekestelling, in verzuim. Vanaf dat moment is de Opdrachtgever over het
verschuldigde per maand, waarbij een gedeelte van een maand als een maand wordt gezien,
een vertragingsrente verschuldigd van 3% per maand waarbij een deel van een maand tot een
volle maand wordt gerekend of de wettelijke handelsrente, indien de laatstgenoemde hoger
mocht uitvallen, alsmede is de Uitzendonderneming bevoegd invorderingsmaatregelen te
treffen.

10. Voor rekening van de Opdrachtgever komen alle door de Uitzendonderneming gemaakte
kosten in verband met het verkrijgen van voldoening in of buiten rechte, welke kosten
forfaitair worden vastgesteld op 15% van de openstaande vordering met een minimum van €
2.500,00, onverminderd het recht van de Uitzendonderneming de werkelijke kosten die dit
bedrag te boven gaan, te vorderen.

11. Bezwaren tegen (de hoogte van) de facturen dienen binnen 5 dagen na dagtekening van de
facturen schriftelijk aan de Uitzendonderneming te worden gericht, op straffe van verval van
dit recht. Reclames als voornoemd schorten de betalingsverplichtingen niet op.

12. Betalingen door de Opdrachtgever dienen eerst ter voldoening van alle verschuldigde
(vertragings)rente en kosten en vervolgens van opeisbare facturen die het langst openstaan,
ongeacht of de Opdrachtgever aangeeft dat betaling betrekking heeft op een bepaalde
factuur.

13. Ter keuze van de Uitzendonderneming kan de overeenkomst – in voorgaande of daarmee
overeenstemmende omstandigheden – zonder nadere ingebrekestelling of rechterlijke
tussenkomst, geheel of gedeeltelijk worden ontbonden, al dan niet gecombineerd met een
eis tot schadevergoeding.

14. Indien de Opdrachtgever niet tijdig aan diens betalingsverplichtingen heeft voldaan, is de
Uitzendonderneming bevoegd de nakoming van de jegens de Opdrachtgever aangegane
verplichtingen op te schorten, totdat de betaling is geschied of deugdelijke zekerheid hiervoor
is gesteld. Hetzelfde geldt reeds vóór het moment van in verzuim zijn, indien de
Uitzendonderneming het redelijke vermoeden heeft dat er redenen zijn om aan de
kredietwaardigheid van de Opdrachtgever te twijfelen.

15. De Opdrachtgever doet afstand van het recht op verrekening ter zake eventuele
tegenvorderingen die hij op de Uitzendonderneming zou hebben c.q. krijgen. Genoemde
afstand van het recht op verrekening geldt eveneens indien de Opdrachtgever (voorlopige)
surseance van betaling aanvraagt of in staat van faillissement wordt verklaard.

16. De Uitzendonderneming heeft het recht om vooraf zekerheid te vragen, alvorens een aanvang
te nemen met het uitlenen van personeel.

17. Indien de Opdrachtgever hierom verzoekt, stelt de Uitzendonderneming een zogenoemde G-rekening ter beschikking waarop de Opdrachtgever een tevoren overeengekomen deel van de
factuur mag betalen. Betalingen op deze G-rekening beperken een eventuele fiscale
aansprakelijkheid van de Opdrachtgever indien de Uitzendonderneming niet aan de
verplichtingen die betrekking hebben op de salarissen van haar Uitzendkrachten voor de
werkzaamheden bij de Opdrachtgever kan voldoen jegens de Belastingdienst.

18. Rechtstreekse storting van een deel van de factuur door de Opdrachtgever bij de
Belastingdienst wordt niet geaccepteerd.

Artikel 17 Informatieplicht Opdrachtgever

1. Teneinde de Uitzendonderneming in staat te stellen een voor de arbeid gekwalificeerde
Uitzendkracht te werven/selecteren, alsmede de Uitzendkracht correct te belonen en te
informeren, dient de Opdrachtgever, in ieder geval, doch niet uitsluitend, voor het sluiten van
de Opdrachtovereenkomst, de navolgende informatie aan de Uitzendonderneming te
verstrekken, al dan niet na overleg met de Uitzendonderneming:
▪ de CAO die de Opdrachtgever bij zijn arbeidsovereenkomsten in acht moet nemen,
alsmede (bij gebreke van een CAO of in aanvulling daarop) bij de Opdrachtgever geldende
arbeidsvoorwaardelijke regelingen die voor de arbeidsverhouding tussen de
Uitzendonderneming en de Uitzendkracht relevant zijn;
▪ eventueel op grond van die CAO toe te passen Vakkrachtenregeling;
▪ de toepasselijke Inlenersbeloning, waaronder ook of een reisuren en reistijdvergoeding
geldt ex artikel 10 lid 3 van deze algemene voorwaarden;
▪ functiebeschrijving, de aard van de werkzaamheden en de functie-eisen, waaronder de
vereiste mate van zelfstandigheid;
▪ arbeidsduur (aantal door de Uitzendkracht te werken uren per tijdseenheid);
▪ vereiste (beroeps)kwalificaties;
▪ arbeids- en rusttijden;
▪ beoogde looptijd van de Opdracht;
▪ arbeidsomstandigheden;
▪ mogelijk aanwezige veiligheidsrisico’s en hoe daarmee om te gaan;
▪ veiligheidsvoorschriften;
▪ kwaliteits- en hygiëneregelingen;
▪ de normale arbeidsduur binnen de onderneming van de Opdrachtgever;
▪ eventuele verplichte vrije dagen, collectieve vakanties en bedrijfssluitingen;
▪ eventuele binnen de onderneming van de Opdrachtgever geldende arbeidsreglementen
en/of gedragsregels en/of andere voor de Uitzendkracht relevante regels.

2. Indien de Uitzendonderneming een ten behoeve van de informatieverstrekking ontwikkeld
formulier hanteert, is de Opdrachtgever gehouden dit formulier te gebruiken en verklaart
Opdrachtgever hiermee dat hetgeen op het formulier is vermeld correct is.

3. Indien bepaalde gegevens nog niet beschikbaar zijn voor het sluiten van de
Opdrachtovereenkomst, draagt de Opdrachtgever er zorg voor dat de gegevens in elk geval
zo tijdig zijn aangeleverd bij de Uitzendonderneming dat deze dit contractueel kan inpassen
in de rechtsverhouding met de Uitzendkracht.

4. Indien en voor zover de Uitzendonderneming direct of indirect schade lijdt wegens
onvolledige en/of onjuiste informatie van de zijde van de Opdrachtgever dan wel het niet
tijdig aanleveren dan wel incorrecte van de informatie (over onder meer doch niet uitsluitend
de inlenersbeloning en de functies), dan is de Opdrachtgever gehouden deze schade, met
inbegrip van de alle daadwerkelijke kosten voor juridische bijstand, volledig aan de
Uitzendonderneming te vergoeden. De Opdrachtgever zal de Uitzendonderneming in
voorkomend geval dienaangaande vrijwaren.

Artikel 18 Privacy en datalek

1. Opdrachtgever zal zorgdragen voor de naleving van de toepasselijke wet- en regelgeving,
waaronder in ieder geval begrepen de wet- en regelgeving op het gebied van de bescherming
van persoonsgegevens, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De
Opdrachtgever zal alle redelijke instructies van de Uitzendonderneming opvolgen, behoudens
afwijkende wettelijke verplichtingen.

2. Opdrachtgever zal te allen tijde op eerste verzoek van de Uitzendonderneming de door
Uitzendonderneming ter beschikking gestelde persoonsgegevens ter hand stellen.

3. Opdrachtgever zal de Uitzendonderneming, op diens eerste verzoek daartoe, informeren over
de door haar genomen maatregelen aangaande haar verplichtingen ingevolge de AVG.

4. Opdrachtgever stelt de Uitzendonderneming te allen tijde in staat om binnen de wettelijke
termijnen te voldoen aan de verplichtingen op grond van de AVG.

5. Op alle informatie en/of persoonsgegevens die de Opdrachtgever van de
Uitzendonderneming ontvangt en/of zelf verzamelt in het kader van de overeenkomst, rust
een geheimhoudingsplicht jegens derden. De geheimhoudingsplicht rust zowel op de
Opdrachtgever zelf als personen in dienst van, dan wel werkzaam ten behoeve van de
Opdrachtgever. De Opdrachtgever zal deze informatie en/of persoonsgegevens niet voor een
ander doel gebruiken dan waarvoor zij deze heeft verkregen, zelfs niet wanneer deze in een
zodanige vorm is gebracht zodat deze niet tot natuurlijke personen herleidbaar.

6. Indien sprake is van een datalek in de zin van de AVG spreken partijen met elkaar af dat
onverwijld, binnen 24 uur na ontdekking, de datalek door Opdrachtgever aan de
Uitzendonderneming zal worden gemeld.

7. Alvorens de melding wordt gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens zal Opdrachtgever als
de verwerkingsverantwoordelijke, na het ontdekken van een mogelijk datalek, enige tijd
mogen nemen voor nader onderzoek teneinde een onnodige melding te voorkomen. De
termijn voor het melden begint te lopen op het moment dat de verwerkingsverantwoordelijke
of een verwerker op de hoogte raakt van een incident dat mogelijk onder de meldplicht
datalekken valt. Partijen zullen ervoor zorg dragen dat zonder onnodige vertraging, en niet
later dan 72 uur na de ontdekking, een melding worden gedaan aan de Autoriteit
Persoonsgegevens, tenzij op dat moment inmiddels uit onderzoek is gebleken dat het incident
niet onder de meldplicht datalekken valt. Hierbij is het belangrijk dat partijen overleg met
elkaar hebben gehad alvorens de melding wordt gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens.

8. Indien melding wordt gedaan van de datalek door Opdrachtgever aan betrokkene, dient
vooraf Uitzendonderneming worden geïnformeerd en overleg plaats te vinden. In de
kennisgeving aan de betrokkene dient in ieder geval te worden vermeld:
▪ de aard van de inbreuk,
▪ de instanties waar de betrokkene meer informatie over de inbreuk kan
krijgen (contactgegevens) en
▪ de maatregelen die zijn aanbevolen om de negatieve gevolgen van de
inbreuk te beperken.

Artikel 19 Intellectuele en industriële eigendom

1. De Uitzendonderneming zal de Uitzendkracht op verzoek van de Opdrachtgever, een
schriftelijke verklaring laten ondertekenen teneinde – voorzover nodig en mogelijk – te
bewerkstelligen c.q. bevorderen, dat alle rechten van intellectuele en industriële eigendom
op de resultaten van de werkzaamheden van de Uitzendkracht toekomen, respectievelijk
(zullen) worden overgedragen aan de opdrachtgever.

2. Indien de Uitzendonderneming in verband hiermee een vergoeding verschuldigd is aan de
Uitzendkracht of anderszins kosten dient te maken, is de Opdrachtgever een gelijke
vergoeding c.q. gelijke kosten verschuldigd aan de Uitzendonderneming.

3. Het staat de Opdrachtgever vrij om rechtstreeks een overeenkomst met de Uitzendkracht aan
te gaan of hem een verklaring ter ondertekening voor te leggen terzake van de in lid 1
bedoelde intellectuele en industriële eigendomsrechten. De Opdrachtgever informeert de
Uitzendonderneming over zijn voornemen daartoe en verstrekt een afschrift van de terzake
opgemaakte overeenkomst/verklaring aan de uitzendonderneming.

4. De Uitzendonderneming is jegens de Opdrachtgever niet aansprakelijk voor een boete of
dwangsom, die de Uitzendkracht verbeurt of eventuele schade van de Opdrachtgever als
gevolg van het feit dat de Uitzendkracht zich beroept op enig recht van intellectuele en/of
industriële eigendom.

Artikel 20 Geheimhouding

1. De Uitzendonderneming en de Opdrachtgever zullen geen vertrouwelijke informatie van of
over de andere partij, diens activiteiten en relaties, die hen ter kennis is gekomen ingevolge
de opdracht, verstrekken aan derden, tenzij – en alsdan voorzover verstrekking van die
informatie nodig is om de Opdracht naar behoren te kunnen uitvoeren of op hen een
wettelijke plicht tot bekendmaking rust.

2. De Uitzendonderneming zal op verzoek van de Opdrachtgever de Uitzendkracht verplichten
geheimhouding te betrachten omtrent al hetgeen hem bij het verrichten van de
werkzaamheden bekend of gewaar wordt, tenzij op de Uitzendkracht een wettelijke plicht tot
bekendmaking rust.

3. Het staat de Opdrachtgever vrij om de Uitzendkracht rechtstreeks te verplichten tot
geheimhouding. De Opdrachtgever informeert de Uitzendonderneming over zijn voornemen
daartoe en verstrekt een afschrift van de terzake opgemaakte verklaring/ overeenkomst aan
de uitzendonderneming. De Uitzendonderneming is niet aansprakelijk voor een boete,
dwangsom of eventuele schade van de Opdrachtgever als gevolg van schending van die
geheimhoudingsplicht door de uitzendkracht.

Artikel 21 Verificatie- en bewaarplicht opdrachtgever

1. De Opdrachtgever is zich bewust van het bepaalde in artikel 15 Wet arbeid vreemdelingen
(Wav). De Uitzendonderneming zal voor de Terbeschikkingstelling zorg dragen voor een
afschrift van een voor de overeengekomen arbeid geldige vergunning en een afschrift van een
geldig identiteitsbewijs in de zin van artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van de
Uitzendkracht. Aan de hand van dat document stelt de Opdrachtgever zelf de identiteit van
de vreemdeling vast en neemt een afschrift van het identiteitsbewijs op in zijn administratie
alwaar het vijf jaren bewaard blijft.

2. De Opdrachtgever is zich ervan bewust dat hij, evenals de Uitzendonderneming, werkgever is
in de zin van de Wav en derhalve bij constatering van overtredingen van bepalingen van de
Wav beboet zal worden op grond van de Wav.

3. De Uitzendonderneming is niet verantwoordelijk dan wel aansprakelijk voor een eventuele
boete die in het kader van de Wav aan de Opdrachtgever wordt opgelegd.

Artikel 22 Voorkoming van ontoelaatbare discriminatie, rechtstreekse betalingen en ter beschikking stellen van zaken aan de Uitzendkracht

1. Ter voorkoming van het maken van ongeoorloofd onderscheid, in het bijzonder naar
godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, geslacht, ras, nationaliteit, hetero- of
homoseksuele gerichtheid, burgerlijke staat, handicap, chronische ziekte, leeftijd of welke
grond dan ook, zullen niet-functierelevante eisen bij het verstrekken van de inlichtingen
betreffende de op te dragen arbeid niet door de Opdrachtgever kunnen worden gesteld en
evenmin door de Uitzendonderneming worden meegewogen.

2. Het is de Opdrachtgever zonder voorafgaande schriftelijke instemming van de
Uitzendonderneming niet toegestaan rechtstreeks betalingen te doen aan de Uitzendkracht,
onder welke titel dan ook. Betalingen aan de Uitzendkracht bevrijden de Opdrachtgever
geenszins van diens betalingsplicht jegens de Uitzendonderneming.

3. Het is de Opdrachtgever zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de
Uitzendonderneming niet toegestaan zaken aan de Uitzendkracht ter beschikking te stellen
die ook privé gebruikt kunnen worden (bijvoorbeeld een auto of een mobiele telefoon).

4. Indien de Opdrachtgever in gebreke blijft met de nakoming van voornoemde verplichtingen,
dan dient de Opdrachtgever alle schade, daaronder begrepen een naheffingsaanslag
loonheffing, alsmede de daadwerkelijk gemaakte kosten voor juridische bijstand, aan de
Uitzendonderneming te vergoeden en dient de Opdrachtgever de Uitzendonderneming in
voorkomend geval te vrijwaren.

Artikel 23 Medezeggenschap

1. De Opdrachtgever is gehouden om de Uitzendkracht die lid is van de ondernemingsraad van
de Uitzendonderneming of van de ondernemingsraad van de opdrachtgever, in de
gelegenheid te stellen deze medezeggenschapsrechten uit te oefenen conform wet- en
regelgeving.

2. Indien de Uitzendkracht medezeggenschap uitoefent in de onderneming van de
opdrachtgever, is de Opdrachtgever het opdrachtgeverstarief ook verschuldigd over de uren
waarin de Uitzendkracht onder werktijd werkzaamheden verricht of een opleiding volgt in
verband van het uitoefenen van medezeggenschap.

Artikel 24 Geschillen

1. Op deze Algemene Voorwaarden en alle daarmee samenhangende Opdrachten, aanbiedingen
en overeenkomsten is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

2. Alle geschillen die voortvloeien uit of samenhangen met een rechtsverhouding tussen partijen
waarop deze Algemene Voorwaarden van toepassing zijn, zullen in eerste aanleg bij uitsluiting
worden beslecht door de bevoegde rechter van het arrondissement, waarin het hoofdkantoor
van de Uitzendonderneming is gevestigd.

Artikel 25 Slotbepaling

1. Indien één of meer bepalingen van deze Algemene Voorwaarden nietig zijn of vernietigd
worden, zullen de Opdracht en de Algemene Voorwaarden voor het overige van kracht blijven.
De bepalingen die niet rechtsgeldig zijn of rechtens niet kunnen worden toegepast, zullen
worden vervangen door bepalingen die zoveel mogelijk aansluiten bij de strekking van de te
vervangen bepalingen.